Op het moment dat het leven je rondslingert, je op de knieën werpt, problemen zich opstapelen, je droom in duigen valt, je gewoonweg niet meer kunt. Wat doe je dan?
Stof je jezelf af en probeer je door te gaan.
Of ga je even in dat dal zitten en voelen.
Ik deed het eerste en kwam in het tweede terecht.
Ongevraagd. Ongewild. En vooral zo niet gewenst. Maar vond daar een rijkdom aan lessen.
Het begon iets meer dan een jaar terug. Ik was in blijde verwachting maar het liep anders…. Zo anders dan we wilden. Ons kindje bleek een hele zware afwijking te hebben, waarbij het niet of nauwelijks levensvatbaar zou zijn. We maakten een beslissing. Een beslissing die zo ver weg stond van het eerste blijde nieuws over dit nieuwe leven en alle plannen die we al eromheen hadden gebreid.
Na iets meer dan 17 weken zwangerschap baarde ik ons sterrenkindje. Ons mannetje dat voor altijd klein zou blijven. Dat na deze korte periode terugvloog naar het universum. En ons achterliet met een lege buik, een lege droom.
Door alle tranen, verdriet en woede zag ik ook de levenslessen en het kado wat dit kindje ons wél gaf. De kracht van deze ziel die ons op alle mogelijke manieren had geraakt. Heel even onderdeel geweest van onze reis. En wij van die van hem. En hoe deze crisis ons elke keer weer uitnodigde tot overgave, tot acceptatie. Dat dit anders loopt dan verwacht, Zo enorm moeilijk en tegelijkertijd zo helend als je die momenten van acceptatie voelt. Grote, grote levensles.
Ik stofte mezelf af en ging ervoor. Om het leven weer op te pakken in al haar vormen. In de maanden die volgden werd ik geconfronteerd op alle mogelijke manieren met de droom die zo anders was gelopen. Ik keek het in de ogen, ik slikte en accepteerde elke keer weer. Weer die levensles.
Maar er was een groot component wat ik vergat om in de ogen te kijken. En dat was mijn eigen lijf. Ik was zo gewend het als instrument te gebruiken dat ik vergat te luisteren. Het begon fluisterend, ging tegen me praten totdat het uiteindelijk schreeuwde: ‘ik wil rust. Ik wil zwangerschapsverlof voor herstel. Ik wil niks doen. Ik kan niet meer.’
Maar mijn mind wilde en moest door! Ik had toch de ellende in de ogen gezien en mijn lessen geleerd? Had er alles aan gedaan en nu was het tijd om verder te gaan.
Afstoffen en doorgaan, dat is toch hoe het werkt? Je kunt toch altijd nog wel een beetje? Zeker als ondernemer, als coach, als mens die ervan houdt er voor anderen te zijn.
Ok, ik deed het rustiger aan, en nog rustiger aan. Gaf mijn lijf veel zorg. Maar het was niet genoeg. Langzaam liep ik leeg. Ik gaf uit een bron die uitgeput was. Het werd leger en leger tot ik echt niet meer kon. Dat was bijna 9 maanden later.
Rock bottom.
Ik móest in het diepe dal gaan zitten en afwachten. Hoe ik ook probeerde daar niet te zijn, mijn lijf dwong me. En pfoe… dat is nogal wat. Want hoe lang duurt het voordat de storm gaat liggen? Hoe lang duurt het voordat je weer op krachten bent? Voordat je weer ‘normaal’ bent? Komt het ooit terug? Wie was ik eigenlijk nog zonder er voor anderen te zijn? Wat zou er over zijn van mij?
Die onzekerheid, het niet-weten…
Ik leerde stil te zitten, te luisteren, te wachten. Niets te vinden. Niets te doen. Los te laten. Geen verwachtingen te hebben. De kunst om echt in het diepe dal af te dalen en te gaan zitten.
Klinkt nu heel makkelijk, maar trust me….3 maanden lang was dit elke dag weer een uitdaging. Om niet in gevecht te gaan maar mezelf over te geven aan de situatie zoals die is. Verstrengeld in een web van moeheid en niet kunnen.
Elke keer weer staat De Vechter in mij- het ego- op. En elke keer weer moet het gemaand worden tot rust. Toe geven aan het grote niets doen. Niet weten waar je uitkomt, waar je naar toe gaat. Overgave.
En nu, weer een maand verder, kijk ik terug. Ik zie de lessen die er te leren waren. En alleen al dat ik nu kan terug kijken voelt goed. Dat is het teken dat ik het dal achter me aan het laten ben en stap voor stap de berg oploop. Ik geniet van de nieuwe uitzichten, de heldere kleuren en geuren.
Ik stof mezelf niet af, ik forceer niet om weer door te gaan. Maar ik ontvouw mijn nieuw verworven energie en levenslessen. Stap voor stap. Met mijn lichaam als spiegel, mijn hart als leidraad. Die vertellen me de weg verder omhoog.
Ik ben wijzer geworden, zachter naar mezelf. En klaar om weer de buitenwereld in te stappen. Om anderen te helpen te omarmen waar je ook bent op je levenspad en bovenal wie je bent in al je facetten.